woensdag 21 november 2012

Broodroof van Murakami en Menschik



Het lijkt wel een kerstgeschenk en daar kan het in ieder geval toe dienen: de twee broodjesroofverhalen van Haruki Murakami. 72 Pagina's en goud op snee, maar dan modern, door de goudgedrukte beeldtekeningen van de Duitse Kat Menschik.
Kort na het verschijnen van de Kangoeroecorrespondentie, een bundel verhalen die  in Japan oorspronkelijk verspreid verschenen en voor de Nederlandse versie gebundeld werden, komt uitgeverij Atlas opnieuw met ouder werk van de grootmeester. De broodjesroofverhalen dateren oorspronkelijk uit 1981 en 1985 en zijn een duidelijk vervolg op elkaar.
Twee jongens hebben honger, ze besluiten tot een overval van een bakkerij, ze mogen zoveel brood eten als ze willen, maar hebben Kwaad in de zin en dus moeten ze met hun enorme messen, of for that matter met de enorme nagelschaar die op de toonbank ligt (wat doet die daar?) geweld maken.
In het tweede verhaal krijgt de hoofdpersoon een reprise. Hij vertelt over de eerdere broodjesroof en zijn versbakken echtgenote vindt dat er door die overval een vloek op hem rust. Daar moet hij vanaf zien te komen.
De verhalen cirkelen om de absurditeit dat het 'in deze wereld mogelijk [is] dat een slechte keuze tot goede resultaten leidt en een goede keuze tot slechte.' Oplossing: geen keuzes maken. En dat gebeurt in het tweede verhaal dan ook; de hoofdpersoon laat zich op sleeptouw nemen opnieuw het gevecht om broodjes aan te gaan. Het overkomt hem, en juist in die gelatenheid schuilt het absurdisme. De hoofdpersoon begrijpt niet wat hij doet, net zoals pak 'm beet de jongen die in de loopgraven zit in De Kartuize van Parma van Stendhal niet snapt dat hij in het middelpunt van de geschiedenis staat, waar het louter chaos is.
Na lezing denk je even dat een redacteur danwel Murakami heeft zitten slapen, want in het eerste verhaal zullen de hoofdpersonen de tweede dag, buiten het hoogtepunt van het verhaal, naar de Tannhäuser van Wagner luisteren. In het tweede verhaal herinnert de hoofdpersoon zich dat ze juist de eerste dag al naar de Tannhäuser van Wagner luisterden. Het lijkt een detail, kinnesinne, pff, maar het zou me niet verbazen wanneer Murakami juist zo'n kleine verschuiving aanbrengt om te laten zien hoe onbetrouwbaar zijn hoofdpersoon is. De herinnering in het tweede verhaal klopt niet helemaal meer. Neem dus ook dit verhaal maar met een korreltje zout, lijkt hij daarmee te willen zeggen.
Nu moet je de verhalen van Murakami nooit helemaal letterlijk nemen, ze spelen zich doorgaans in een droomwereld af, waarin gedachten, daden en grootse verklaringen voor kleine gebeurtenissen een romige bouillabaisse vormen. Zoals twee croissantjes die hier een 'onsamenhangende toespraak over verkeerslichten' houden.
Leuke kost voor de kerst dus.

Haruki Murakami (vertaling Jacques Westerhoven), De broodjesroofverhalen, Atlas, 75 blz., € 14,95